Huis Aerts

Huis Aerts is een beschermd monument en werd in 1805 gebouwd door de 1ste Lommelse burgemeester van de moderne tijd Jan Jacob Aerts en zijn vrouw Maria Elisabet Van Ham. Tot in het begin van de 20ste eeuw was Huis Aerts een logementshuis en herberg. In 1994 werd het gerestaureerd.

Van 1805 tot aan het begin van de 20ste eeuw was Huis Aerts een herberg met logies. De kleurrijke glaskunstgalerij is dan ook een heerlijke clash van authentieke elementen met moderne vitrinekasten.

In het houten bovenlicht van de toegangsdeur staan de initialen van de eerste bewoners in de 4 hoeken, samen met de cijfers van het bouwjaar. Vind jij deze terug?

Geschiedenis Huis Aerts

Het Huis Aerts deed vroeger dienst als afspanning, herberg en logementshuis. Nog voor hij in 1808 de eerste burgemeester van Lommel werd, liet Jan Jacob Aerts, samen met zijn echtgenote Maria Elisabeth Van Ham, in 1805 dit huis bouwen. Vandaar de naam: het Huis Aerts. Omdat zijn vrouw een afstammelinge was uit een bekend teutengeslacht, wordt het Huis Aerts ook wel eens een teutenhuis genoemd. Boven de deur zijn het bouwjaar en de initialen van het echtpaar vereeuwigd in het mooi versierde bovenlicht.

Als grensdorp gelegen op het kruispunt van belangrijke wegen, was Lommel een populaire pleisterplaats. Tot het begin van de 20ste eeuw konden reizigers, doortrekkende handelaars en andere mensen die op pad waren in het Huis Aerts van paard wisselen, ondertussen een hapje eten en indien nodig overnachten.

De laatste bewoner Casimir Joosten overleed in 1949. In Lommel staat het huis dan ook bekend als het Huis Joosten. Na zijn overlijden zou de Oude Afspanning geleidelijk aan in verval geraken, tot ze in 1974, na inspanningen van de toenmalige Heemkundige Kring en het V.V.V., als beschermd monument werd erkend. In 1994 werd het Huis Aerts volledig gerestaureerd. 

Liefdesbrief

Tijdens de renovatie van Huis Aerts zijn in de spouwmuren verstopte liefdesbrieven gevonden van één van de laatste bewoners ...

Lommel, 7 juni 1937

Heerlijk meisje, Ik vrees maar eene zaak, mijne liefde te verliegen. En toch ken ik in al uwe kordaatheid.
Ik kan U in deze redeneering zo goed begrijpen. Ik kan U zoo bewonderen in uw oordeel. Ik kan zoo instemmen met U en ik kan zoo blij gelijk geven als U alleen het best en het mooiste wil. Ik kan zoo met U instemmen met dat voorwaarderlijk alles gaat het juiste, het mooiste zijn. Veel zou ik U althans willen vragen als U aan ’t vertellen zijt, zoostraks nog toen U van het jaarfeest spreekt. Ik wees dan onbescheiden te zijn, maar ik zou willen indringen in alle bijzonderheden want daar is uw hartje. In ben zoo onbeholpen. Weet U hoe, als U binnen zijt, mijn hart in onrust naar U verlangt. Morgen zal ik niet telefoneren, ik mag XX het leven niet te lastig maken. Ik ben gelukkig echter in het zenden den hoogst post gelegenheid te vinden U toch hoe dan ook te vinden U toch hoe dan ook te bereiken.

Ook interessant ...